Ten midden van corona werd Aaron Blommaert erg verliefd. Helaas werd zijn hart kort daarna ook gebroken en voelde hij ook hoe ontzettend pijnlijk de liefde kon zijn.
“Mijn verdriet zat hoog. Voor het eerst in mijn leven vroeg ik me af hoe ik me daar mentaal tegen moest weren. En nog af en toe steekt dat liefdesverdriet de kop op. Door omstandigheden blijft dat aanslepen. Wat op zich niet erg is, ik koester het in zekere zin. Het is een stukje in mij dat ik meedraag. Ik zou het trouwens erg vinden mocht het mij niet meer raken. Ik zal er niet meer elke dag om wenen, maar soms overvalt het mij. Het is ook een teken dat ik nog altijd heel veel om die persoon geef. Rouwen om iemand betekent niet vergeten, maar net iemand een plekje in je hart geven. En als je wilt, kan je daar dan naartoe gaan, ook al blijft dat pijnlijk”, zegt hij in De Morgen.
Gelukkig kon Aaron ook troost vinden in de dingen. Die vindt hij vaak bij andere mensen. Dan heeft hij even hun opbeurende woorden nodig om er weer tegenaan te kunnen.
“Ik ben zelf niet altijd even hoopvol, dus als anderen hun hoop op mij kunnen overbrengen, stemt dat mij optimistisch. Er is veel ellende, maar er is toch altijd een sprankeltje hoop, waardoor ik dan weer denk: oké, het komt wel goed.”